Afbeelding

Bladgeritsel

Algemeen

In deze STILLE WEEK, de dagen voorafgaand aan Pasen, leek mij deze foto geschikt om daarmee zonder woorden voor nu een passende sfeer weer te geven.

Bij voorkeur zou ik het beeld van deze begraafplaats stil voor zichzelf laten spreken. Maar met die ‘stilte’ voldoe ik niet aan mijn taak als schrijfster. Daarom enkele gedachten die ik zonder opsmuk, in bescheidenheid wil noteren.

Het Rooms Katholicisme, de christelijke traditie waarin ik opgroeide, - en naar ik meen velen in Helmond -, geeft het geloof dat de dood niet het einde is; dat er nieuw leven zal komen. In het Nieuwe Testament kunnen we lezen dat voor Jezus, na zijn lijden en zijn sterven aan het kruis, de verrijzenis volgt met Pasen. Dat kan ons de hoop geven dat ook wij niet voor eeuwig gescheiden zullen blijven van al onze dierbare overledenen en dat ook onze dood niet voorgoed zal zijn. Dát geloven geeft iedere begraafplaats een extra dimensie, het is daardoor niet alleen een plaats van rouw, herinneren en eren. En ook kan het bezoeken van een begraafplaats helpen bij het verwerken van verdriet en troost bieden, door de mooie herinneringen die bovenkomen. De sfeer die van de begraafplaats uitgaat werkt daar ook aan mee. De vegetatie op begraafplaatsen, bepaalde bomen en ook struiken, eventueel in een bepaalde vorm gesnoeid, kan dat ondersteunen.

Terwijl ik dit schrijf zie ik door het raam in mijn tuin, het stralende wit van de bloesem van een pruimenboompje. In de winter stond het er als een doods grijs stammetje bij maar nu sprankelt het. In deze Goede Week, deze dagen voor Pasen, toont ieder jaar ook de natuur verrijzenis op tal van manieren.

Het is inmiddels een half jaar geleden dat ik het hier onder meer over de Hortsedijk had. Vanuit het contact met Wilbert Linders is vervolgens de gedachte gekomen in Helmond te bespreken om voortaan zorgvuldiger met begraafplaatsen om te gaan. Dat kan voortkomen uit een anders willen kijken naar de plaatsen waar de overledenen begraven liggen. (Het beeld dat ik u hierbij toon, dient daarbij tevens als inspiratie.) Immers, de Helmondse begraafplaatsen zijn ook vol herinneringen aan mensen die aan de geschiedenis van onze stad ‘meegeschreven’ hebben. Daarom kunnen we ze ook als een soort geschiedenisboeken van onze stad (gaan) beschouwen. Dat is een gedachte die ik met Wilbert Linders deel en waarover we met de betrokken wethouder(s) hopelijk binnen kort verder van gedachten willen wisselen.

En om tot slot nog even op vorige week, de Boekenweek, terug te komen: de waarde van het wandelen over een begraafplaats komt ook ter sprake in het Boekenweekgeschenk. Indien u dat al in uw bezit gekregen heeft, dan leest u tussen de bladzijden 41 en 47 over de wandelingen die het gezin Chabot maakt over begraafplaatsen en de herinneringen en gedachten die daarbij boven komen.